Net ons Friese dorp vroeger

Nel van der Weide woonde 50 jaar in Leeuwendaal:
‘Nét ons kleine Friese dorp van vroeger’
Leuk om ook mensen aan het woord te laten die uit Leeuwendaal vertrókken. Daarom maakte ik een afspraak met Jouke en Nel van der Weide-Veenland die 50 jaar lang aan de Leeuwendaallaan woonden.

Zo toog ik op een mooie zomerse julimiddag naar een fraai appartement in Den Haag. Ik wist dat ik de bijna 85-jarige Nel helaas alleen zou treffen. Heel kort na hun vertrek uit onze wijk overleed Jouke. Op 3 mei, geheel onverwacht. Een maand later zou hij 85 jaar zijn geworden.

Buren
Het was 1965 toen Nel en Jouke met hun kindje van drie en een baby vanuit een bovenhuis in de Haagse Indische buurt naar Leeuwendaal verhuisden. Hij werkte voor T.N.O. Delft, verbleef soms weken in het buitenland (onder andere in Japan en de VS). Daardoor kwam de opvoeding en de verzorging van hun twee dochtertjes grotendeels neer op Nel. Maar na een paar jaar thuis wilde ze haar kennis als huishoudkundige en gezondheidskundige graag in praktijk brengen. Ze vond een parttimebaan op een Nijverheidsschool in Delft. Én een oppas voor de meisjes: de dochter van de buren. ‘Eigenlijk al vanaf het eerste moment dat we hier kwamen wonen sprongen buren vanzelfsprekend in. Ze maakten ons wegwijs in deze groene wijk en in de stad,’ herinnert ze zich stralend. Hun dochtertjes vonden al heel snel speelkameraadjes in de straat. Kinderen konden veilig buiten spelen. Er waren nog zo weinig auto’s dat je toentertijd nog niet zo op het verkeer hoefde te letten. Buren hielpen bij het zoeken naar een kleuterschool. Zo kreeg zij al spoedig ‘een heel veilig gevoel’.

Dorpse sfeer
‘Mijn man en ik kwamen namelijk allebei uit een dorp op het Friese platteland. De sfeer en het leven in deze wijk voelde al na korte tijd ‘dorps’ aan. Net zoals in ons kleine vertrouwde dorp met buren om ons heen en familie die dichtbij woonde. Net zoals we dat gewend waren toen we zelf nog bij onze ouders woonden. Wij waren dus heel blij dat we met ons gezin in deze plezierige, groene omgeving terechtkwamen. Anderzijds vonden we het ook fijn, dat in deze regio een Friese Vereniging actief was. Deze organiseerde regelmatig gezellige bijeenkomsten voor de Friezen die in het Westen waren komen wonen.’

Winkels om de hoek
Net als in hun vroegere dorpen, waren er ook in Leeuwendaal destijds vele winkels ‘om de hoek’. ‘Zo konden we de kinderen er al vanaf hun tiende jaar op uit sturen om boodschappen te doen bij de kruidenier, de groenteboer, de bakker, de slager. Ze hoefden niet eens geld mee te nemen, want je kon boodschappen laten ‘opschrijven’. Die werden dan één keer per week afgerekend. Middenstanders gaven gratis adviezen, bijvoorbeeld hoe je bietjes moest koken of vlees braden.’

Leeuwendaal telde maar liefst drie groentewinkels, twee kruideniers, twee slagers, een tabakswinkel, twee garages, een schoenmaker en een bakker – een filiaal van Hus, op de hoek van de Oranjelaan en de Leeuwendaallaan. De winkel van kruidenier Borsboom in de Regentesselaan, die al sinds 1926 bestond, was een begrip. Ook kwamen bakkers, groenteboeren, een melkventer, soms een scharensliep aan huis. Maar in de jaren ‘90 hield de laatste groenteboer ermee op. En op 1 januari 2000 sloot ook de laatste kleine supermarkt in de Regentesselaan. Tegen de komst van de grote supermarkten konden ze niet opboksen!

‘Leeuwendaal voelde voor Jouke en mij als een thuis. Nét ons kleine Friese dorp van vroeger!’ Zo herinnert Nel zich hun leven in onze wijk.

Geschreven door: Tineke Snaterse (woont sinds 1971 in de wijk)